21 november 2005

/Musings
Ssst!

Al sinds een paar weken is de stad vergeven van de fietspolitieagenten die in weer in wind onverlichte fietsers van de straat plukken. De lichtjescontroleinformatiediensten werken op volle toeren - telefoonbedrijven worden er rijk van, sms: Lt op! Lampcntrl op Singel! - en de lampenverkopers doen buitengewoon goede zaken. De lichtjescontrole is gehaaider geworden; voorheen zetten ze fuiken op op een vaste plek in de stad, die daar dan de hele avond met een club van minstens vijftien man fietsers stonden te vangen. Als de fietsers dat doorkregen - en dat was verdomd snel - fietsten ze snel een blokje om en ontsprongen de dans. Of stapten af, om vervolgens met een brede grijns op het onverlichte gezicht langs de agenten te kuieren, die daarmee voorgoed in hun waardigheid waren aangetast. Dat is verleden tijd. Tegenwoordig zijn het hit-and-runs, erop-en-ervoor, kleine groepjes die zich snel verplaatsen door de stad en zich op wisselende strategische plaatsen verdekt opstellen om nietsvermoedende fietsers te tackelen. Eén lamp te weinig: 25 euro. Twee: dubbel. En o wee als je je identiteitsbewijs niet bij je hebt.

Een paar weken lang trilde de fietsende meute angstig op de trappers, maar inmiddels kijkt zelfs de fietsendief of het waar van zijn keuze wel verlichting heeft. Paranoia: je raakt eraan gewend.

Nu de hele stad - geheel tegen intuïtie en gewoonte in - netjes verlicht door de straten fietst, vrolijk versierd met lampjes in geel en wit en rood, soms extravagant knipperend in Knight Rider-patronen - eigenlijk meer een excuus voor alsjeblieft-geen-bon dan daadwerkelijke verlichting - is het waarschijnlijk niet de tijd om terug te denken aan, ik durf het bijna niet te zeggen, de fietswielreflector?

Gisteren bedacht ik dat plotseling. Eigenlijk moet je naast al die AAA-batterijenverslindende versiering ook iets ouderwets op je fiets hebben als reflectoren, voor en achter, en aan de trappers (dat weet ik nog van vroeger, van het verkeersexamen). Zo'n twintig (?) jaar geleden bedacht een overijverige ambtenaar bij V&W daarnaast iets nieuws tegen die vermaledijde eeuwig onzichtbare fietsers: de zijverlichting. Van het wiel. Dé uitvinding! kreet Smit-Kroes. Meteen invoeren, en wel gisteren.

Een golf van protest ging over het land, want realiseerde de regering zich wel wat dat betekende? Miljoenen fietswielen keer twee moesten voorzien worden van zo'n reflector. De bevolking morde, aangetast in het ultieme instrument van het vrijheidsgevoel van de Nederlander: zijn fiets. En plaatste gehoorzaam de reflector: door het wiel, danwel door nieuwe fietsbanden met een lichtgevend streepje. Fietsenmakers wreven zich in de handen. Katjing! Het resultaat was nihil; het aantal ongelukken met fietsers nam niet af.

Hoewel ik al jaren rondpeddel met twee van die nette banden met reflectors, merkte ik gisteren ineens op dat die vlechtwerkjes vrijwel uit het straatbeeld zijn verdwenen. Dus vroeg ik me af: bestaat die wet nog of is 'ie een stille dood gestorven? Even googlen levert drie (!) resultaten op voor "fiets" "wielreflector" (waaronder een lange jammerklacht uit 1990 over Smit-Kroes). Of heten die dingen dan anders?

Natuurlijk brengt de ANWB uitkomst, daar zijn ze voor. En daar staat het:
"fietsen moeten voorzien zijn van een niet-driehoekige rode reflector aan de achterkant, witte of gele retroreflectoren aan de wielen en vier ambergele of gele retroreflectoren aan de trappers. Bij slecht weer waarbij het zich wordt belemmerd en als het donker is, moeten fietsers voor- en achterlicht voeren." Link

Retroreflectoren! De naam zegt al genoeg, eigenlijk. Denkt iemand nog aan retroreflectoren? Nee, natuurlijk niet. Alleen die naam al. Maar dat moet dus nog steeds. Sterker nog: ze moeten voorzien zijn van een keurmerk (het retroreflectorkeurmerk?). Het staat er allemaal, dus het moet. Bij de lichtjescontroles let amper iemand op je reflectoren, laat staan op je retroreflectoren. Niet dat ik iemand op een idee wil brengen hoor, maar waarom niet?

Ik voor mij denk aan een zwijgende opstand van beide partijen. Waar de verbeten verlichtingsoorlog in alle openheid wordt gevoerd en dagelijks z'n slachtoffers eist, heerst er onderhuids niets dan pais en vree. Het echte slachtoffer is immers de fietser, noch de politie, maar de reflector. Een afspraak is gemaakt. Tussen de obstinate fietsersbende die, voor iedereen zichtbaar, het hoofd in de schoot heeft gelegd, met een licht melodramatisch gebaar en een kleine zucht, en de onbekeurmerkte lampjes heeft opgeclipt. En de fietspolitieagenten, met hun ondankbare baan waarvan het lulligheidsgehalte te groot is om verjaardagen te overleven, maar die met zachte dwang de vermaledijde vrijbuiters tot verlichting hebben gelokt en nu de overwinning kunnen claimen.

Zo af en toe wisselen de twee een blik van verstandhouding, die zegt: "Dank! En die retroreflectoren, daar praten we niet meer over."

Ssst!

17 november 2005

Babyshambles - Down in Albion

Overwegend positieve recensies voor Babyshambles' Down in Albion. 'Rauw, intens en recht uit het hart', zegt Oor* deze week. En ik zit me hier af te vragen waarom ik met wat zoveel mensen een prachtplaat vinden, of ten minste een redelijk goed album (hoewel maar weinigen Pentonville Rough kunnen waarderen en uitzonderingen daargelaten) zoveel problemen heb dat ik 'm de eerste paar keer niet eens af kon luisteren. Maar eigenlijk weet ik het wel.

Het is allemaal de schuld van internet.

Op internet was namelijk zo'n beetje de hele plaat al te vinden, in stukjes en beetjes, in de eindeloze rij demo's en sessies die Peter Doherty zelf ergens in de afgelopen twee jaar heeft verspreid. Het is niet mis: een verzameling van uren en uren, van losse flodders, fragmenten van ideeën en onbegrijpelijk gebabbel tot complete liedjes, de meeste zeker een jaar oud of ouder. Ook waren er natuurlijk de onvermijdelijke radio-opnames en concertbootlegs. In de sessies - waaronder ook vroege Libertines-demo's en latere opnames - is veel moois te vinden, als je goed zoekt. Veel ervan doet niet direct denken aan de hiep-hiep-hoera of smijt-de-boel-kapot chaos en energie waar de Libertines beroemd mee werden. Veel akoestisch, meer liedjes, meer breekbaarheid, intimiteit en (nog) meer navelstaarderij. Zo zitten in Acousticlullaby kleine pareltjes verstopt als East of Eden. En Arcady. En hé! Daar was Albion ook. Nu hoor je dat Sticks and Stones blijkbaar altijd al een reggaeritme had (tot zover de invloed van Mick Jones die DiA produceerde). La Belle et Le Bête heette vroeger Conversation Diva, lang voordat La Moss op het toneel verscheen. The Ballad of Grimaldi is een prachtig snijdend kampvuurliedje. Als je het kaf van het koren kon scheiden in die eindeloze hoeveelheid meedraaiend tape, beloofde dat veel goeds voor een album.

Eigenlijk heeft Down in Albion in z'n geheel veel weg van precies zo'n sessie (niet in het minst door de bijgeluiden die in totaal ongeveer tien minuten in beslag nemen - oeps, daar valt Pete over een microfoon!). Maar dan met band - en juist de band maakt het er in dit geval meestal niet beter op. Gelikt maar toch onaf tot in het extreme, met een gitaar die maar weinig doet voor de melodie of het ritme of de compositie, en óveral irritante, clichématige achtergrondkoortjes... En hoewel Doherty sowieso al nooit bekend stond om z'n zangkwaliteiten - wat in de Libertines-samenzang die fungeerde als een soort van anker niet echt een probleem was - kan ik me niet aan de indruk onttrekken dat zijn stem hard achteruit is gegaan. Soms rijgt 'ie de woorden zo aaneen dat je 'm amper meer verstaat. Bij weer één van die volkomen ongerichte uithalen knijpen mijn billen zich samen; je zou die stem af en toe willen vastbinden aan een tafelpoot als 'ie alle hoeken van de kamer op schiet. Je zou willen dat iemand hem verteld had je ziel op te tafel leggen door je ziel eruit te gillen soms gewoon niet werkt.

Neem Fuck Forever. Dat heeft inmiddels drie levens gekend, en het eerste (en beste) daarvan was een Zane Lowe Radio Session. Daarop was de zang zo veel stabieler en venijniger, energieker ook. Killimangiro (als single daterend van net nadat The Libertines zonder Doherty op pad gingen) was een puntig rauw nummer, met een giftig en bitter couplet** - On the off chance that you're listening/ To the radio/ I thought you might like to know you broke my heart - dat nu weer is weggelaten en vervangen door ongestuurd lalalala en wéér die koortjes. Was er niks beters?

Het meest geleden onder de herbehandeling heeft Albion. Van een intiem kleine, rake liefdesverklaring aan Doherty's geliefde Engeland in al z'n gebrekkige glorie, is dat verworden tot een suikerzoete standaardballade waar het hart uit lijkt te zijn verdwenen. Ongetwijfeld een anthem voor het Britse festivalseizoen van volgend jaar - of help, voor kérst - een regelrechte meezing-inhaker, maar toch is het jammer. Want dit was nou net één van de mooiste liedjes van allemaal.

Af en toe zou je willen dat er een stevige hand was geweest die Peter & co duidelijk had kunnen maken dat een beetje zelfcensuur een goed idee is. Het album is te lang, er zit te veel materiaal tussen dat beter ergens op die banden had kunnen blijven staan, dat 'ie misschien beter gewoon in weer zo'n zipfile op internet had kunnen gooien. Sommige liedjes hadden een vijl kunnen gebruiken (nog een keer: koortjes). En af en toe vliegt hij schaamteloos uit de bocht. Als Doherty inderdaad zo'n poëtisch wonder is, waar iedereen het over eens schijnt te zijn (Engelsen schijnen hun halve literaire traditie in zijn teksten terug te kunnen vinden) zou hij zich dan niet moeten schamen voor het rijtje clichés dat What Katie Did Next heet (en ja, ook dat is een boektitel)? There's a lesson I have learnt/If you play with fire you will get burnt/Hell hath no fury/Like woman scorned. En dat zonder dat er een zangmelodie te bekennen valt. Doe het cadeau aan, bijvoorbeeld, The Bravery en kijk er nooit meer naar. En smijt Pentonville Rough dan meteen in een groot zwart gat, dat gaat in een moeite door.

Toegegeven, dit begint te lijken op een I-hate-Pete verklaring. Dat is zeker niet zo. Dat verdomde album begint nog min of meer bij me aan te slaan ook, en ik kan nu al voorspellen dat een aantal nummers op Down in Albion hoog in mijn lastfm-lijstje komt te staan (zóóó 2005): Up The Morning (!), 32nd Of December, A Rebours, Loyalty Song, Back from the Dead, en, vooruit, ook Pipe Down (ook al geeft het me de kriebels, die 'ik mag ook nooit eens lol hebben met m'n crackpijp!'-pruillip). Maar ja, er is te veel bewijs dat het beter had gekund. Scherper, gepassioneerder, mooier, gevoeliger, beter gezongen. Ik had gewoon op meer gehoopt.

Hoe het ook zij, het krediet van Time for Heroes, Good Old Days , Up the Bracket en Music When The Lights Go Out is bij mij nog niet opgebruikt. Wat ik maar zeggen wil: Peter & Carl, doe het volgende keer maar weer samen, oké?

*The Story of Pete & Kate, gaf Oor het album als ondertitel. The Story of Pete & Kate, a shitload of drugs and Carl is een betere titel.
**Over giftig gesproken: Gang of Gin, een van Babyshambles' betere nummers, staat er niet op. Iets met Doherty's schijnbare wens om zijn gal over de Libertines-breuk -daar ongecensureerd tentoongespreid - niet langer ál te openlijk te spuwen.

Alle sessies (en meer) hier te vinden.

16 november 2005

Je had het kunnen weten!

Sony bindt in..

Na de oproer was ontstaan toen bleek dat een nieuwe kopieerbeveiliging van Sony-cd's in feite een stukje software installeerde dat hackers gebruiken om een computer over te nemen, dat er ook nog eens voor zorgt dat 'ie het niet meer doet als je het weghaalt was dat eigenlijk onvermijdelijk. Zeker toen de eerste virussen werden ontdekt die er gebruik van maakten.

Het hele verhaal kreeg catfight-achtige trekjes toen Philips met de neus in de lucht te kennen gaf dat dergelijke cd's het niet verdienden om de naam cd te dragen.

Sony haalt de controversiële cd's nu terug. Een van de cd's die worden teruggehaald?

The Coral, The Invisible Invasion.

13 november 2005

"Two minutes in heaven is better than one minute in heaven"

In een vorig leven (deels beschreven in dat andere weblog in mijn profiel) had ik kennis aan een dame die in 2002 het Edinburgh Fringe Festival bezocht. In de drie weken dat ze daar was, trotseerde ze meerdere keren dapper de typerende werfkelderlucht van de Guilded Balloon Caves om daar een folk-comedy-duo te zien. Zij was het die na terugkomst mij hun cd in de maag splitste, die de soundtrack werd voor lange autoritten in Nieuw-Zeeland en er mede voor zorgde dat de vakantiebestemming vorig jaar Schotland werd, waar we in een week en een weekend Edinburgh waarschijnlijk meer comedy hebben gezien dan in mijn hele verdere leven bij elkaar. Ons appartement, een prachtig ruim van-alles-voorzien optrekje waarin we ook met tien hadden kunnen wonen in plaats van vijf, lag direct tegenover de Meadows en de Guilded Balloon. Elke dag, tegen de avond, liepen daar twee mannen onder ons raam voorbij op weg naar hun optreden, gitaren over hun schouders geslingerd: de Flight of the Conchords.

Al op de eerste avond zijn we ze gaan zien. Nadat ze het jaar ervoor op een haar na de Perrier Award voor beste nieuwkomers hadden gewonnen, waren ze opgeschoven naar een degelijke zaal. Waar met uitgestreken gezichten gezongen hilarische folkliedjes, afgewisseld met voorgeprogrammeerde 'banter' over 'issues', redelijk tot hun recht kwamen. Toen bezochten we een van de night shows - traditioneel gevuld met stand-uppers die met tamelijk puberale seksgrappen proberen zich staande te houden voor halfdronken publiek en de hecklers op de eerste rij, waar je, wat men je ook belooft, nevernooitniet moet gaan zitten. In die nachtshow werd pas echt duidelijk hoe fantastisch deze twee heren waren. Liedjes als het gortdroge Business Time, Albi The Racist Dragon en Shaggy-pastiche Boom Boom zetten de zaal op zijn kop. Folk zet de zaal op zijn kop! Opvallend was ook dat de Conchords in hun twee jaar Fringe duidelijk het respect hadden gewonnen van hun collegae: in de derde nachtshow die we bezochten, vulde de zaal zich met comedians, nog voordat de twee hun krukken opzochten.

Een paar maanden na de Fringe las ik dat de twee inmiddels de Atlantische Oceaan waren overgestoken en daar een contract met NBC in de wacht hadden gesleept. En dat was niet zomaar iets: sindsdien hebben de Conchords opgetreden bij Conan O'Brien en een half uur zendtijd gevuld op HBO.

Dan moet je bedenken dat dit duo vaart op de humor van hun eigen sufheid, hun uitgestreken gezichten, en hun volkomen onderkoelde voordracht. En dat ze zichzelf afficheren als " New Zealand's 4th most popular guitar-based digi-bongo acapella-rap-funk-comedy folk duo". En dat dit het laatste artikel op hun gloedjenieuwe website is:

Conchords compared to Beatles

New Zealand music duo Flight of the Conchords have recently been compared to legendary British group The Beatles. On seeing a photo of the kiwi two-some, band-member Jemaine Clement's grandma said "Oh you two look a bit like The Beatles in that one, they used to get really hairy too". The Conchords said of the comparison "IIt is very flattering, The Beatles were really good".


Ga ze ook zien, als je kunt.

Flight of the Conchords official website
What the folk! Een heuse fansite
MP3 tip: het fabuleuze Business Time, Jenny, en Think about it, think about it

NMa: we zijn ermee bezig

Van de Volkskrant kunstpagina:


Vrijdag ingestuurd:

"Geachte redactie,

Goed om te lezen dat de NMa onderzoek doet naar de verkopers van concertkaartjes (Kunstpagina, 10 november). Dat de servicekosten - een onhandige term trouwens, zeker gezien bijvoorbeeld het gebrek aan restitutie bij afgelasting - van kaarten via Ticketservice zo enorm kunnen oplopen, en dat terwijl er lang niet altijd andere verkoopkanalen voorhanden zijn, is velen al lang een doorn in het oog. Grappig dat Ticketservice-directeur Peter van Ruyven Amerika noemt als voorbeeld van een land waar de servicekosten nog veel hoger zijn dan hier. De absolute marktleider daar, die al jarenlang regelmatig onder vuur ligt vanwege de hoge kosten, is namelijk Ticketmaster, het moederbedrijf van Ticketservice. Opvallender nog vond ik echter dat de heer Van Ruyven zijn bedrijf geen monopolist wil noemen, want, zo stelt hij: "Elke popzaal die de servicekosten van Ticketservice te hoog vindt, is vrij om naar een concurrerende kaartverkoper over te stappen." Handig, want natuurlijk draait hij de zaken om. De popzalen zijn immers niet degenen die voor die kosten opdraaien; dat zijn de bezoekers, en die hebben in zo veel gevallen die mogelijkheid nou juist niet. "

Inmiddels heb ik geleerd dat popzalen wel degelijk betalen aan Ticketservice. Meer nog: de zalen beloven Ticketservice dat een bepaald percentage van de verkoop via deze verkoper gaat. Allemaal extra redenen om dit bedrijf eens onder de loep te nemen. Eerlijk gezegd heb ik er bijna bewondering voor. Zouden er aandelen te koop zijn?

Link: Why Ticketmaster sucks