02 december 2005

Starfucking

Van de week las ik in de recensie van afgelopen London Calling op Kindamuzik de volgende zinsnede:
Wanneer vlak voor het podium de vaderlandse Britstarfuckende groupies hun waar op een kortgerokt presenteerblaadje aanbieden, moeten de echt hete acts wel in huis zijn.
Ook al droeg ik op de bewuste avond geen rokje, toch ging ik vliegensvlug bij mezelf te rade. Ik sta namelijk geregeld vooraan, heb het afgelopen jaar een behoorlijke parade aan Britten voorbij zien komen en geef hierbij met een blosje toe dat ik de gitarist van het voorprogramma van Editors hardop vergeleken heb met Brad Pitt. En nu ik toch aan het biechten ben... Ik heb mijn handen gehad op de buik van Kaiser Chiefs' Ricky Wilson. Ik heb commentaar geleverd op de kledingkeuze van de heren van Maxïmo Park en ik wilde - hoewel schoorvoetend - net afstappen op Win Butler van de Arcade Fire toen die de benen nam... oh wacht, telt niet, Canadees en ik vind de term sexual intellectual om Alex Kapranos te beschrijven de spijker op zijn kop (dank, De Standaard!). Wellícht, misschíen, heb ik zelfs wel eens onzedelijke gedachten gehad over een van dezen - of een ander natuurlijk. De podia staan dezer dagen vol met strakgepakte, dressed-to-the-T gentlemen met frisse gezichten. Lustoorden zijn het.

Maar nu werd ik nerveus. Ben ik opgemerkt? Had iemand een versluierde, maar toch verlangende blik van mijn kant richting van het podium gezien? Hoe laag uitgesneden was mijn hemdje? Had ik misschien in een zeer onbewaakt moment - godbetere 't - zaadvragende ogen?

Snel ging ik na wat ik op mijn netvlies had staan van de bewuste avond. Ik had pal vooraan gestaan bij Clor, want Love + Pain is mijn dans-door-de-kamerplaat van dit jaar. Die gitarist van Duels - net een jonge Maarten van Roozendaal - en die overtuigd zingende zanger boden een boeiende aanblik. Was dit er niet eigenlijk de oorzaak van dat ik op de hele avond van Duels het meest genoten had? Ook hier: pal vooraan.

Na verder zelfonderzoek moest ik bovendien concluderen dat ik persoonlijk, in tegenstelling tot de positieve recensies, de schreeuwende Test Icicles niet heel erg had kunnen waarderen, wat niet eens iets te maken had met de tienerjongensgrappige bandnaam (maar misschien wel iets met het feit dat we gedwongen op de gang stonden). iForward Russia! vond ik interessanter, maar toch ben ik eerder vertrokken. En was dat eigenlijk niet stiekem vanwege een schreeuwend gebrek aan eye candy?

Deze editie van London Calling was op een enkel lichtpuntje na sowieso behoorlijk matig geweest in vergelijking met #1 rond Koninginnedag. Ik dacht terug aan de vorige, die ons Editors bracht en Tom Vek en The Others en de Kaiser Chiefs. Van de eerste twee werd ik al enthousiast, bij The Others stegen de temperaturen in de zaal tot ongekende hoogten en bij de Kaiser Chiefs droeg ik een moment lang, letterlijk, Ricky Wilson op handen.

Oeps. Allemaal hete acts. Britstarfuckende groupie. Oh help.

Ik kreunde inwendig. Was ik nog te redden? Kon ik ooit mijn geloofwaardigheid terugkrijgen?

Lang dacht ik na over mijn verdediging. Een scala aan argumenten die voor mij zouden kunnen pleiten passeerde de revue.

"Los van het feit dat je, als je niet de behoefte hebt om de hele zaal door geslingerd te worden, bij sommige concerten maar beter voor of iets aan de zijkant kunt gaan staan als je er iets van mee wilt krijgen, vind ik vooraan staan - of een tikje naar achter als er gedanst moet worden - gewoon het prettigst. Maximaal zicht, maximale kans om meegesleept te worden. "

Nee. Netjes rationeel, maar te zwak. Het tegenargument van de doorgewinterde concertbezoeker zou zijn dat je je ook vlak voor de PA kunt vervoegen, voor het perfecte geluid. En dat maximaal zicht net zo goed kan slaan op het zicht vanaf het podium op de waren in je decolleté.

De feministische benadering dan.

"Wat ik me afvraag: wat is precies het verschil tussen de bewuste dames en de heren vooraan bij een Art Brut-concert op Lowlands, die Eddie Argos tot hun voorvechter hebben verkozen? De weet-ik-hoeveel Stagediving Division van The Others, die door de meeste recensenten met lichte verbazing en een zekere vertedering wordt bekeken, maar zich toch eigenlijk ook gewoon koestert in het aura van Dominic Masters? Ineens moet ik ook weer denken aan de podiuminvasies bij Morrissey (onlangs tezien in de fijne vierdelige documentaire Sex & British Pop Music); geen vrouw gezien. Heldenverering, er zijn vele vormen."

Ik twijfelde. Hoewel misschien bijna op het niveau van starfucking - zeker als je het kussen van de voeten van Frank Black aan zou voeren- ik kon heldenverering en de laag overvliegende bezwete mannenlichamen van de Division beter niet noemen, wel? Te verdacht in deze context.

Een beetje toegeeflijk?

"Kijk, laten we eerlijk zijn: de meeste van ons dames die wel eens een concert bezoeken, hebben waarschijnlijk 0,000001% kans om een échte Britstarfuckende groupie te worden. Dat weten we best. Onze ambities liggen niet hoog. Die blijven steken bij het hebben van een fijne, hopelijk gedenkwaardige, en misschien in een enkel geval legendarische avond door een goed optreden. Als we per ongeluk de kans hebben om een praatje te maken met een muzikant die even de zaal komt bezoeken, helpt dat. Dat is leuk en mooi meegenomen (persoonlijk kom ik zelden verder dan een 'thank you' als het inderdaad fijn was). En al willen we die persoon wellicht in onze stoute meisjesdromen het liefst bespringen, toch weten we ons meestal in te houden. Goed hè?"

Nee nee nee. Ook dicht bij de waarheid, met een gepast zweem van oprechtheid, maar te doorzichtig voor deze critici, die direct zouden aanvoeren dat je dan toch nog steeds in je stoute dromen hete acts wilt bespringen zodra die het podium verlaten en blijkbaar dus een Britstarfuckende groupie wílt zijn. Semantiek.

Dit alles stortte mij in een existentiële crisis. Had ik mezelf al die tijd wat aangepraat, was ik dan een Britstarfuckende groupie? Misschien niet in daad, maar was de gedachte niet genoeg? Moest ik me daar maar niet gewoon bij neerleggen? Had KindaMuzik mij eindelijk de ogen geopend voor dat wat voor anderen al die tijd zo duidelijk moest zijn geweest?

Net toen ik zat te overwegen of ik KindaMuzik een bedankbrief zou sturen voor deze epifanie, schoot mij een gezicht te binnen. Een mooi vrouwengezicht, omkranst door blonde lokken. Annie.

Oh Annie! Gods gift aan Serieuze mannelijke Muziekliefhebbers. Bijna algemeen muzikaal gewaardeerd voor Anniemal en DJ Kicks, maar wat meer is: iedereen wil met Annie trouwen. Iedereen werpt zich aan de voeten van Annie. Het web staat vol met lyrische odes aan haar, aan Annies "donkere, broeierige ogen", die haar "onder haar blonde haar een hoop extra tristesse geven". Stylus, bijvoorbeeld, vindt Annie "hot":
"Oh, Annie, you hearthache [sic] tyrant. This was supposed to be the annum of Robyn, Rachel Stevens, and Girls Aloud. You opened our sagging indie to the largesse of metagirl-pop last year and we thanked you. But now you sneak in through the back door, unannounced with cherry mud on your shoes and Bubblicious in your hair, fucking it all up by showing us your hand again, oh so full, and reminding us why we love you so. Link
In een doorzichtige poging tot dissociatie van 'popjournalisten' doet KindaMuzik ook een duit in het zakje:
"Popjournalisten verklaarden niet alleen de liefde aan Annie's muziek, sommigen bekenden ook met rode oortjes dat het meisje met die mooie glimlach akelig dicht in de buurt komt bij hun beeld van de ideale vrouw. Wat wil je ook: ze is blond en houdt van motorrijden en haar Playstation. Ze is onschuldig en tegelijkertijd gevaarlijk. Het is het type vrouw dat je eerst verleidt, om er vervolgens al glimlachend met je portemonnee vandoor te gaan." Link
Vrij doorassociërend moest ik meteen ook denken The Pipettes en The Chalets en Kim Deal in-vorige-incarnatie en... en... De lijst was lang.

Ik slaakte een zucht van verlichting. Ook al zou ik als bandjesminnende, hemdjesdragende vrouw van onder de dertig die graag voor het podium hangt, niet kunnen ontsnappen aan het stigma van Britstarfuckende groupie, wannabe of niet, dan was ik toch in goed gezelschap.

Dus mocht ik binnenkort (11 december in lustoord Paradiso) ook Annie gaan zien, dan zal ik misschien af en toe even afgeleid zijn door de mannen daar voor die met zich verlustigende ogen opkijken naar de Noorse popprinses, om te zien hoe zij hun waren aanprijzen met een glimlach en een strakke spijkerbroek, zich daarbij wellicht even verliezend in wensdromen en onvervulde verlangens. Ik zal ze toelachen, begrijpend. Mijn complices.







Morgen op deze plaats: een lyrische ode aan Carl Barâts blauwe ogen. Only for the boys in the band. Dank je, Annie.

21 november 2005

/Musings
Ssst!

Al sinds een paar weken is de stad vergeven van de fietspolitieagenten die in weer in wind onverlichte fietsers van de straat plukken. De lichtjescontroleinformatiediensten werken op volle toeren - telefoonbedrijven worden er rijk van, sms: Lt op! Lampcntrl op Singel! - en de lampenverkopers doen buitengewoon goede zaken. De lichtjescontrole is gehaaider geworden; voorheen zetten ze fuiken op op een vaste plek in de stad, die daar dan de hele avond met een club van minstens vijftien man fietsers stonden te vangen. Als de fietsers dat doorkregen - en dat was verdomd snel - fietsten ze snel een blokje om en ontsprongen de dans. Of stapten af, om vervolgens met een brede grijns op het onverlichte gezicht langs de agenten te kuieren, die daarmee voorgoed in hun waardigheid waren aangetast. Dat is verleden tijd. Tegenwoordig zijn het hit-and-runs, erop-en-ervoor, kleine groepjes die zich snel verplaatsen door de stad en zich op wisselende strategische plaatsen verdekt opstellen om nietsvermoedende fietsers te tackelen. Eén lamp te weinig: 25 euro. Twee: dubbel. En o wee als je je identiteitsbewijs niet bij je hebt.

Een paar weken lang trilde de fietsende meute angstig op de trappers, maar inmiddels kijkt zelfs de fietsendief of het waar van zijn keuze wel verlichting heeft. Paranoia: je raakt eraan gewend.

Nu de hele stad - geheel tegen intuïtie en gewoonte in - netjes verlicht door de straten fietst, vrolijk versierd met lampjes in geel en wit en rood, soms extravagant knipperend in Knight Rider-patronen - eigenlijk meer een excuus voor alsjeblieft-geen-bon dan daadwerkelijke verlichting - is het waarschijnlijk niet de tijd om terug te denken aan, ik durf het bijna niet te zeggen, de fietswielreflector?

Gisteren bedacht ik dat plotseling. Eigenlijk moet je naast al die AAA-batterijenverslindende versiering ook iets ouderwets op je fiets hebben als reflectoren, voor en achter, en aan de trappers (dat weet ik nog van vroeger, van het verkeersexamen). Zo'n twintig (?) jaar geleden bedacht een overijverige ambtenaar bij V&W daarnaast iets nieuws tegen die vermaledijde eeuwig onzichtbare fietsers: de zijverlichting. Van het wiel. Dé uitvinding! kreet Smit-Kroes. Meteen invoeren, en wel gisteren.

Een golf van protest ging over het land, want realiseerde de regering zich wel wat dat betekende? Miljoenen fietswielen keer twee moesten voorzien worden van zo'n reflector. De bevolking morde, aangetast in het ultieme instrument van het vrijheidsgevoel van de Nederlander: zijn fiets. En plaatste gehoorzaam de reflector: door het wiel, danwel door nieuwe fietsbanden met een lichtgevend streepje. Fietsenmakers wreven zich in de handen. Katjing! Het resultaat was nihil; het aantal ongelukken met fietsers nam niet af.

Hoewel ik al jaren rondpeddel met twee van die nette banden met reflectors, merkte ik gisteren ineens op dat die vlechtwerkjes vrijwel uit het straatbeeld zijn verdwenen. Dus vroeg ik me af: bestaat die wet nog of is 'ie een stille dood gestorven? Even googlen levert drie (!) resultaten op voor "fiets" "wielreflector" (waaronder een lange jammerklacht uit 1990 over Smit-Kroes). Of heten die dingen dan anders?

Natuurlijk brengt de ANWB uitkomst, daar zijn ze voor. En daar staat het:
"fietsen moeten voorzien zijn van een niet-driehoekige rode reflector aan de achterkant, witte of gele retroreflectoren aan de wielen en vier ambergele of gele retroreflectoren aan de trappers. Bij slecht weer waarbij het zich wordt belemmerd en als het donker is, moeten fietsers voor- en achterlicht voeren." Link

Retroreflectoren! De naam zegt al genoeg, eigenlijk. Denkt iemand nog aan retroreflectoren? Nee, natuurlijk niet. Alleen die naam al. Maar dat moet dus nog steeds. Sterker nog: ze moeten voorzien zijn van een keurmerk (het retroreflectorkeurmerk?). Het staat er allemaal, dus het moet. Bij de lichtjescontroles let amper iemand op je reflectoren, laat staan op je retroreflectoren. Niet dat ik iemand op een idee wil brengen hoor, maar waarom niet?

Ik voor mij denk aan een zwijgende opstand van beide partijen. Waar de verbeten verlichtingsoorlog in alle openheid wordt gevoerd en dagelijks z'n slachtoffers eist, heerst er onderhuids niets dan pais en vree. Het echte slachtoffer is immers de fietser, noch de politie, maar de reflector. Een afspraak is gemaakt. Tussen de obstinate fietsersbende die, voor iedereen zichtbaar, het hoofd in de schoot heeft gelegd, met een licht melodramatisch gebaar en een kleine zucht, en de onbekeurmerkte lampjes heeft opgeclipt. En de fietspolitieagenten, met hun ondankbare baan waarvan het lulligheidsgehalte te groot is om verjaardagen te overleven, maar die met zachte dwang de vermaledijde vrijbuiters tot verlichting hebben gelokt en nu de overwinning kunnen claimen.

Zo af en toe wisselen de twee een blik van verstandhouding, die zegt: "Dank! En die retroreflectoren, daar praten we niet meer over."

Ssst!

17 november 2005

Babyshambles - Down in Albion

Overwegend positieve recensies voor Babyshambles' Down in Albion. 'Rauw, intens en recht uit het hart', zegt Oor* deze week. En ik zit me hier af te vragen waarom ik met wat zoveel mensen een prachtplaat vinden, of ten minste een redelijk goed album (hoewel maar weinigen Pentonville Rough kunnen waarderen en uitzonderingen daargelaten) zoveel problemen heb dat ik 'm de eerste paar keer niet eens af kon luisteren. Maar eigenlijk weet ik het wel.

Het is allemaal de schuld van internet.

Op internet was namelijk zo'n beetje de hele plaat al te vinden, in stukjes en beetjes, in de eindeloze rij demo's en sessies die Peter Doherty zelf ergens in de afgelopen twee jaar heeft verspreid. Het is niet mis: een verzameling van uren en uren, van losse flodders, fragmenten van ideeën en onbegrijpelijk gebabbel tot complete liedjes, de meeste zeker een jaar oud of ouder. Ook waren er natuurlijk de onvermijdelijke radio-opnames en concertbootlegs. In de sessies - waaronder ook vroege Libertines-demo's en latere opnames - is veel moois te vinden, als je goed zoekt. Veel ervan doet niet direct denken aan de hiep-hiep-hoera of smijt-de-boel-kapot chaos en energie waar de Libertines beroemd mee werden. Veel akoestisch, meer liedjes, meer breekbaarheid, intimiteit en (nog) meer navelstaarderij. Zo zitten in Acousticlullaby kleine pareltjes verstopt als East of Eden. En Arcady. En hé! Daar was Albion ook. Nu hoor je dat Sticks and Stones blijkbaar altijd al een reggaeritme had (tot zover de invloed van Mick Jones die DiA produceerde). La Belle et Le Bête heette vroeger Conversation Diva, lang voordat La Moss op het toneel verscheen. The Ballad of Grimaldi is een prachtig snijdend kampvuurliedje. Als je het kaf van het koren kon scheiden in die eindeloze hoeveelheid meedraaiend tape, beloofde dat veel goeds voor een album.

Eigenlijk heeft Down in Albion in z'n geheel veel weg van precies zo'n sessie (niet in het minst door de bijgeluiden die in totaal ongeveer tien minuten in beslag nemen - oeps, daar valt Pete over een microfoon!). Maar dan met band - en juist de band maakt het er in dit geval meestal niet beter op. Gelikt maar toch onaf tot in het extreme, met een gitaar die maar weinig doet voor de melodie of het ritme of de compositie, en óveral irritante, clichématige achtergrondkoortjes... En hoewel Doherty sowieso al nooit bekend stond om z'n zangkwaliteiten - wat in de Libertines-samenzang die fungeerde als een soort van anker niet echt een probleem was - kan ik me niet aan de indruk onttrekken dat zijn stem hard achteruit is gegaan. Soms rijgt 'ie de woorden zo aaneen dat je 'm amper meer verstaat. Bij weer één van die volkomen ongerichte uithalen knijpen mijn billen zich samen; je zou die stem af en toe willen vastbinden aan een tafelpoot als 'ie alle hoeken van de kamer op schiet. Je zou willen dat iemand hem verteld had je ziel op te tafel leggen door je ziel eruit te gillen soms gewoon niet werkt.

Neem Fuck Forever. Dat heeft inmiddels drie levens gekend, en het eerste (en beste) daarvan was een Zane Lowe Radio Session. Daarop was de zang zo veel stabieler en venijniger, energieker ook. Killimangiro (als single daterend van net nadat The Libertines zonder Doherty op pad gingen) was een puntig rauw nummer, met een giftig en bitter couplet** - On the off chance that you're listening/ To the radio/ I thought you might like to know you broke my heart - dat nu weer is weggelaten en vervangen door ongestuurd lalalala en wéér die koortjes. Was er niks beters?

Het meest geleden onder de herbehandeling heeft Albion. Van een intiem kleine, rake liefdesverklaring aan Doherty's geliefde Engeland in al z'n gebrekkige glorie, is dat verworden tot een suikerzoete standaardballade waar het hart uit lijkt te zijn verdwenen. Ongetwijfeld een anthem voor het Britse festivalseizoen van volgend jaar - of help, voor kérst - een regelrechte meezing-inhaker, maar toch is het jammer. Want dit was nou net één van de mooiste liedjes van allemaal.

Af en toe zou je willen dat er een stevige hand was geweest die Peter & co duidelijk had kunnen maken dat een beetje zelfcensuur een goed idee is. Het album is te lang, er zit te veel materiaal tussen dat beter ergens op die banden had kunnen blijven staan, dat 'ie misschien beter gewoon in weer zo'n zipfile op internet had kunnen gooien. Sommige liedjes hadden een vijl kunnen gebruiken (nog een keer: koortjes). En af en toe vliegt hij schaamteloos uit de bocht. Als Doherty inderdaad zo'n poëtisch wonder is, waar iedereen het over eens schijnt te zijn (Engelsen schijnen hun halve literaire traditie in zijn teksten terug te kunnen vinden) zou hij zich dan niet moeten schamen voor het rijtje clichés dat What Katie Did Next heet (en ja, ook dat is een boektitel)? There's a lesson I have learnt/If you play with fire you will get burnt/Hell hath no fury/Like woman scorned. En dat zonder dat er een zangmelodie te bekennen valt. Doe het cadeau aan, bijvoorbeeld, The Bravery en kijk er nooit meer naar. En smijt Pentonville Rough dan meteen in een groot zwart gat, dat gaat in een moeite door.

Toegegeven, dit begint te lijken op een I-hate-Pete verklaring. Dat is zeker niet zo. Dat verdomde album begint nog min of meer bij me aan te slaan ook, en ik kan nu al voorspellen dat een aantal nummers op Down in Albion hoog in mijn lastfm-lijstje komt te staan (zóóó 2005): Up The Morning (!), 32nd Of December, A Rebours, Loyalty Song, Back from the Dead, en, vooruit, ook Pipe Down (ook al geeft het me de kriebels, die 'ik mag ook nooit eens lol hebben met m'n crackpijp!'-pruillip). Maar ja, er is te veel bewijs dat het beter had gekund. Scherper, gepassioneerder, mooier, gevoeliger, beter gezongen. Ik had gewoon op meer gehoopt.

Hoe het ook zij, het krediet van Time for Heroes, Good Old Days , Up the Bracket en Music When The Lights Go Out is bij mij nog niet opgebruikt. Wat ik maar zeggen wil: Peter & Carl, doe het volgende keer maar weer samen, oké?

*The Story of Pete & Kate, gaf Oor het album als ondertitel. The Story of Pete & Kate, a shitload of drugs and Carl is een betere titel.
**Over giftig gesproken: Gang of Gin, een van Babyshambles' betere nummers, staat er niet op. Iets met Doherty's schijnbare wens om zijn gal over de Libertines-breuk -daar ongecensureerd tentoongespreid - niet langer ál te openlijk te spuwen.

Alle sessies (en meer) hier te vinden.

16 november 2005

Je had het kunnen weten!

Sony bindt in..

Na de oproer was ontstaan toen bleek dat een nieuwe kopieerbeveiliging van Sony-cd's in feite een stukje software installeerde dat hackers gebruiken om een computer over te nemen, dat er ook nog eens voor zorgt dat 'ie het niet meer doet als je het weghaalt was dat eigenlijk onvermijdelijk. Zeker toen de eerste virussen werden ontdekt die er gebruik van maakten.

Het hele verhaal kreeg catfight-achtige trekjes toen Philips met de neus in de lucht te kennen gaf dat dergelijke cd's het niet verdienden om de naam cd te dragen.

Sony haalt de controversiële cd's nu terug. Een van de cd's die worden teruggehaald?

The Coral, The Invisible Invasion.

13 november 2005

"Two minutes in heaven is better than one minute in heaven"

In een vorig leven (deels beschreven in dat andere weblog in mijn profiel) had ik kennis aan een dame die in 2002 het Edinburgh Fringe Festival bezocht. In de drie weken dat ze daar was, trotseerde ze meerdere keren dapper de typerende werfkelderlucht van de Guilded Balloon Caves om daar een folk-comedy-duo te zien. Zij was het die na terugkomst mij hun cd in de maag splitste, die de soundtrack werd voor lange autoritten in Nieuw-Zeeland en er mede voor zorgde dat de vakantiebestemming vorig jaar Schotland werd, waar we in een week en een weekend Edinburgh waarschijnlijk meer comedy hebben gezien dan in mijn hele verdere leven bij elkaar. Ons appartement, een prachtig ruim van-alles-voorzien optrekje waarin we ook met tien hadden kunnen wonen in plaats van vijf, lag direct tegenover de Meadows en de Guilded Balloon. Elke dag, tegen de avond, liepen daar twee mannen onder ons raam voorbij op weg naar hun optreden, gitaren over hun schouders geslingerd: de Flight of the Conchords.

Al op de eerste avond zijn we ze gaan zien. Nadat ze het jaar ervoor op een haar na de Perrier Award voor beste nieuwkomers hadden gewonnen, waren ze opgeschoven naar een degelijke zaal. Waar met uitgestreken gezichten gezongen hilarische folkliedjes, afgewisseld met voorgeprogrammeerde 'banter' over 'issues', redelijk tot hun recht kwamen. Toen bezochten we een van de night shows - traditioneel gevuld met stand-uppers die met tamelijk puberale seksgrappen proberen zich staande te houden voor halfdronken publiek en de hecklers op de eerste rij, waar je, wat men je ook belooft, nevernooitniet moet gaan zitten. In die nachtshow werd pas echt duidelijk hoe fantastisch deze twee heren waren. Liedjes als het gortdroge Business Time, Albi The Racist Dragon en Shaggy-pastiche Boom Boom zetten de zaal op zijn kop. Folk zet de zaal op zijn kop! Opvallend was ook dat de Conchords in hun twee jaar Fringe duidelijk het respect hadden gewonnen van hun collegae: in de derde nachtshow die we bezochten, vulde de zaal zich met comedians, nog voordat de twee hun krukken opzochten.

Een paar maanden na de Fringe las ik dat de twee inmiddels de Atlantische Oceaan waren overgestoken en daar een contract met NBC in de wacht hadden gesleept. En dat was niet zomaar iets: sindsdien hebben de Conchords opgetreden bij Conan O'Brien en een half uur zendtijd gevuld op HBO.

Dan moet je bedenken dat dit duo vaart op de humor van hun eigen sufheid, hun uitgestreken gezichten, en hun volkomen onderkoelde voordracht. En dat ze zichzelf afficheren als " New Zealand's 4th most popular guitar-based digi-bongo acapella-rap-funk-comedy folk duo". En dat dit het laatste artikel op hun gloedjenieuwe website is:

Conchords compared to Beatles

New Zealand music duo Flight of the Conchords have recently been compared to legendary British group The Beatles. On seeing a photo of the kiwi two-some, band-member Jemaine Clement's grandma said "Oh you two look a bit like The Beatles in that one, they used to get really hairy too". The Conchords said of the comparison "IIt is very flattering, The Beatles were really good".


Ga ze ook zien, als je kunt.

Flight of the Conchords official website
What the folk! Een heuse fansite
MP3 tip: het fabuleuze Business Time, Jenny, en Think about it, think about it

NMa: we zijn ermee bezig

Van de Volkskrant kunstpagina:


Vrijdag ingestuurd:

"Geachte redactie,

Goed om te lezen dat de NMa onderzoek doet naar de verkopers van concertkaartjes (Kunstpagina, 10 november). Dat de servicekosten - een onhandige term trouwens, zeker gezien bijvoorbeeld het gebrek aan restitutie bij afgelasting - van kaarten via Ticketservice zo enorm kunnen oplopen, en dat terwijl er lang niet altijd andere verkoopkanalen voorhanden zijn, is velen al lang een doorn in het oog. Grappig dat Ticketservice-directeur Peter van Ruyven Amerika noemt als voorbeeld van een land waar de servicekosten nog veel hoger zijn dan hier. De absolute marktleider daar, die al jarenlang regelmatig onder vuur ligt vanwege de hoge kosten, is namelijk Ticketmaster, het moederbedrijf van Ticketservice. Opvallender nog vond ik echter dat de heer Van Ruyven zijn bedrijf geen monopolist wil noemen, want, zo stelt hij: "Elke popzaal die de servicekosten van Ticketservice te hoog vindt, is vrij om naar een concurrerende kaartverkoper over te stappen." Handig, want natuurlijk draait hij de zaken om. De popzalen zijn immers niet degenen die voor die kosten opdraaien; dat zijn de bezoekers, en die hebben in zo veel gevallen die mogelijkheid nou juist niet. "

Inmiddels heb ik geleerd dat popzalen wel degelijk betalen aan Ticketservice. Meer nog: de zalen beloven Ticketservice dat een bepaald percentage van de verkoop via deze verkoper gaat. Allemaal extra redenen om dit bedrijf eens onder de loep te nemen. Eerlijk gezegd heb ik er bijna bewondering voor. Zouden er aandelen te koop zijn?

Link: Why Ticketmaster sucks

16 september 2005

Nieuws

Nog steeds geen nieuws over de Ian Curtis voor Control. Voorlopig is de geruchtenmachine blijven steken op Cillian Murphy en Jonathan Rhys-Myers, sinds Tony Wilson aankondigde dat hij zijn oog heeft laten vallen op een Ier, 'one of the hottest young things in Hollywood', maar 'not Colin Farrell' (goddank). Die JRM die ook al Elvis speelde, en een David Bowie-pastiche in Velvet Goldmine, daar zij aan zij met Ewan McGregor. Die weer een soort Iggy Pop/Lou Reed crossover vertolkte, waarbij hij tegelijktijd ook nog griezelige uiterlijke overeenkomsten vertoonde met Kurt Cobain. Volgt u het nog?

Mooi. Want Elijah Wood, aka Frodo, gaat nu een jonge Iggy Pop spelen. En hij vind het eng. Maar hoewel hij toch nog flink aan de gewichten zal moeten hangen lijkt me, heeft 'ie in elk geval al wel de ogen. Oh, en waar ging dit naartoe? Nou, ooit meldde Elijah Wood - als groot fan - zich vrijwillig om de rol van... Ian Curtis in Control op zich te nemen. Wat me nog enger lijkt. Maar goed, zo is het kringetje weer rond. In four degrees of separation!

***

Over David Bowie gesproken: nooit te beroerd om iets te promoten door er zelf mee op het podium te gaan staan, was hij onlangs samen met The Arcade Fire te bewonderen tijdens Fashion Rocks, waar ze met z'n allen zich op Wake Up en Five Years stortten [filmpje]. Gisteren verscheen hij weer tijdens de toegift van het Arcade Fire-concert in Central Park New York, dit keer onaangekondigd. Samen speelden ze Queen Bitch en, opnieuw, Wake Up. Kijk, ik weet dat je niet overal bij kan zijn, maar sommige dingen...

01 september 2005

Dance, magic dance

Als er iets is wat het concept Silent Disco heeft bewezen, is dat het grappig is van buitenaf te kijken naar mensen die dansen. Ik hoop nog altijd dat ze een keertje meerdere kanalen op die koptelefoons zetten, zodat je verschillende mensen kunt zien dansen op compleet andere muziek waarvan je dan als toeschouwer niet weet wat het is. Headbangen vs. seventiesdisco, en iedereen in de war.

Dansers dus. In A Million Ways zet een groepje heren zijn beste beentje voor, in een dansje volgens de beste basisschoolchoreografie.

Kinderen die dansen zijn ook grappig, maar vooral erg, erg schattig. Daarom alleen al is Pancake Mountain geweldig: een kruising tussen The Muppet Show, De Film van Ome Willem en een gemiddeld concert in de Ekko. Zie alleen al de reacties op Ted Leo (die ik verder niet ken). Of het interview met Scissor Sisters. Maar vooral dansende kindjes met de handjes op de oren bij The Arcade Fire...

27 augustus 2005

The Aviator

Gisteren The Aviator bekeken, over het leven van multimiljardair, filmmaker, vliegenier en aartsneuroot Howard Hughes. Tig Oscarnominaties. Hoe dol is Hollywood toch op eigenaardige figuren, figuren waar een steekje aan los zit, die out of the ordinary zijn. Figuren waarvoor het prachtige woord 'idiosyncratic' is uitgevonden. A Beautiful Mind, Rain Man, Forrest Gump... Zolang je als toeschouwer maar heen en weer geslingerd wordt tussen sympathie, afschuw en medelijden, zit je naar een 'diep', rond karakter te kijken, lijkt men te denken. Vandaar de gekke bekken van Leonardo DiCaprio, het handen wassen, het plassen in flessen... Als een acteur bereid is een rol aan te nemen met dit soort gekkigheid - van een karakter dat niet per se sympathiek is en/of dat ze niet allemaal op een rijtje heeft en/of, zoals in het geval van DiCaprio, weinig doet voor de heartthrob-status - dan komt het 'For Your Consideration'-titeltje al bijna automatisch in beeld rollen. Soms voelt het alleen meer als een trucje. Dat was wat me stoorde aan A Beautiful Mind - maniërismen - en dat stoorde me bij The Aviator opnieuw.

Van Howard Hughes weet ik nu niet meer dan dat hij last had van smetvrees, niet hield van publiciteit, geobsedeerd was door vliegtuigen, en op basis van zijn eigenaardigheden allerlei onzakelijke beslissingen nam. Die levenslange liefde voor Katherine Hepburn is waarschijnlijk filmische vrijheid en geheel en al gebaseerd op het feit dat het zonde is om Cate Blanchett te laten opdraven voor een klein bijrolletje (hear me, Peter Jackson).

Ik had graag willen weten hoe de beste man het voor elkaar kreeg om ondanks al die lastige karaktereigenschappen, ondanks dat niemand zijn gezicht meer zag, en ondanks al die onzakelijkheden van 'm, miljarden bij elkaar te blijven schrapen tot zijn dood. Want dat vraag je je af, als je Howard moeilijk ziet doen over het openen van de deur als 'ie net zijn handen heeft gewassen, of miljoenen weg ziet gooien omdat het stuurwiel van het vliegtuig net niet helemaal naar zijn zin is: hoe kreeg 'ie het dan wél voor elkaar? Ik weet het nog steeds niet. Van zijn briljante visie en zijn genialiteit ben ik door deze film niet echt overtuigd geraakt. Natuurlijk helpt het ook niet dat ik The Aviator niet heb uitgezeten, mede omdat ik te moe was, dus misschien is 'ie beter dan ik nu denk.

Eigenlijk vind ik het ook veel leuker om het over Cate Blanchett te hebben. Zo langzamerhand wordt door iedereen geaccepteerd dat ze een fantastisch actrice is, maar alsof iedereen dat allang weet, wordt daar dan weer niet veel aandacht aan besteed. Ik vind dat ze meer verdient. Een standbeeld, bijvoorbeeld. Zij is zo'n actrice die ook in de veertiger jaren actrice had kunnen zijn, met lange nepwimpers en een stem met veel lucht. Eigenlijk in elk decennium. Volgens mij is ze er stiekem altijd al geweest. En ze kan alles. En ze heeft een van mijn favoriete films gemaakt (waarvan een sequel op stapel staat). En dan is ze ook nog de mooiste vrouw op aarde. Dus. Een standbeeld voor Cate, graag.

26 augustus 2005

Eerste

Dit is de eerste, degene die het spits afbijt, die het openingsschot afvuurt, die het voortouw neemt.

Dus, eerste post.